De platanen
Plataan (or not plataan)?
Voor de vervanging van de platanen op de Havenlaan (geplant in 1927) hanteert de gewestregering het argument dat Brussel teveel van dit soort bomen heeft. Ongeveer 25% van alle bomen langs de Brusselse wegen zijn inderdaad platanen. Verder zijn er ook ongeveer 25% kastanjebomen. Daar is een simpele verklaring voor: het zijn soorten die heel wat kunnen verdragen.
De plataan is een grote boom die heel oud kan worden. Het is een dankbare soort, omdat hij goed tegen snoeien kan en tegen de luchtvervuiling, goed bestand tegen de stedelijke leefomstandigheden. Deze loofboom wordt bedreigd door een schimmel die een bladvlekkenziekte veroorzaakt. De platanenziekte heeft al huisgehouden in Italië, in het zuiden van Griekenland, in het zuiden van Frankrijk met een uitloper tot in de streek van Lyon. In België zijn de platanen nog niet bedreigd: het is hier (voorlopig nog) te koud. En wetenschappers zijn erin geslaagd via kruising een variëteit te ontwikkelen, Platanus (R) Vallis, resistent is aan de bladvlekkenziekte.
De wilde kastanje is ook een grote boom, met een dicht gebladerte. Voor deze boom is geen enkel speciaal onderhoud nodig. Je kunt hem zelfs probleemloos flink snoeien. Hij is wel gevoeliger aan stadsluchtvervuiling en aan uitdroging dan de plataan. In Parijs worden ze heel veel gebruikt langs de wegen.
De Brusselse gewestregering wil de platanen van de Havenlaan vervangen door olmen. Waarom niet. Al sinds de tijd van Colbert wordt deze boom in Frankrijk in grote getale geplant langs wegen en lanen. Hij groeit snel, met een groot aanpassingsvermogen aan alle soorten klimaat- en bodemtoestanden. Olmenhout kan goed tegen de wind en de boom hoeft ook niet veel gesnoeid te worden. Grote olmen zijn zo goed als volledig verdwenen in West-Europa als gevolg van een snel verspreidende dodelijke ziekte, de olmen- of “iepziekte”. Heel recent werd een nieuwe variëteit gecultiveerd, een kruising die resistent zou zijn tegen de ziekte.
Wat diversifiëren in de soorten bomen in de stad, dat is op zich geen slechte zaak, als je er maar op let dat je langs een en dezelfde laan of boulevard dezelfde bomen plant. In een naburige laan kan er dan een andere soort bomen staan. Wat belangrijk is, dat is dat je niet langs een weg verschillende boomsoorten gaat vermengen. Dat was het geval in Plan nr.1 voor de Havenlaan (afgewezen in 2011): daarin was voorzien om afwisselend drie soorten aan te planten: Byzantijnse hazelaars / Amerikaanse rode essen / esdoorns “Autumn Blaze”.
Maar wat de Havenlaan betreft is, is het argument van de biodiversiteit niet meer dan een voorwendsel. De echte reden is dat de platanen van de Havenlaan de herindeling van de stedelijke ruimte (letterlijk) in de weg staan. Daar waar ze nu geplant zijn, staan ze precies in de as van het extra fietspad, dat men wil aanleggen langs de steenweg aan de kant van Tour & Taxis. Het aangehaalde argument is dat de bomenrij momenteel niet meer volledig is. Het is een feit dat op de plaats van de eerder al gekapte bomen geen nieuwe geplant zijn. Waarom niet? Het betrokken bestuur beweert dat je geen jonge boompjes kunt zetten tussen oudere exemplaren. Ze zouden niet genoeg licht krijgen en niet goed groeien. Bepaald misleidend als argument als er, zoals hier het geval is, vijf of zes bomen op rij ontbreken. En op de Handelskaai of de Nieuwe Graanmarkt zien we dat de diensten van de Stad Brussel (waar ze in tegenstelling tot Brussel Mobiliteit wel kunnen rekenen op aandachtige en deskundige tuinmannen) wel perfect in staat zijn om midden tussen een rij oude bomen jonge platanen te doen groeien. Daarvoor moet je dan wel de grote buur flink snoeien om de jonge snaak voldoende licht te geven. Typisch het soort zorg dat Brussel Mobiliteit niet kan bieden, omdat de dienst zich ook zo heeft georganiseerd dat ze hun patrimonium niet kunnen onderhouden: er werken maar 25 arbeiders voor het onderhoud van 350 km wegen die onder hun bevoegdheid vallen … Niets in vergelijking met de 180 arbeiders die bij Leefmilieu Brussel verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de gewestelijke tuinen en parken. Daar heeft elk park zijn eigen ploeg tuinmannen die zich echt verantwoordelijk voelen voor hun park.
Maar bij Brussel Mobiliteit zijn ze verzot op technologie: voor het toezicht op hun bomen langs de wegen vliegen ze er om de twee jaar overheen op een hoogte van 600 meter en dan wordt een kaart gemaakt waarbij ze vanuit de lucht automatisch de bomen detecteren die extra zorg nodig hebben. Een voldoende deskundige tuinder die zijn bomen aandachtig in de gaten houdt, zou volstaan. Maar dat is iets te simpel, niet modern genoeg.
Vergeten we ook niet de enorme schade die werd aangericht aan de wortels van de platanen van de Havenlaan in 2012, bij het aanbrengen van de (wel zeer stevige) funderingen voor de nieuwe fietsstoepen. Het lijkt er bijna op dat ze de platanen toch een hak wilden zetten.
Als men een hond wil slaan, kan men licht een stok vinden.