Havenlaan

300 platanen op het nippertje gered, 1.500.000 kasseien dreigen te verdwijnen

BREKEN EN BOUWEN

HAVENLAAN

Rijdende over de deinende kasseienzee van de Havenlaan met het monument van de Arbeid als bekroning aan het einde van deze majestueuze laan denk ik dikwijls aan een beeldhouwwerk van Charles Van der Stappen  in het Jubelpark. “les Bâtisseurs de Ville – de Stedenbouwers”. Twee afgepeigerde mansmensen, uitgeput, languit uitblazend na gedane arbeid. Eind van de negentiende eeuw had men blijkbaar nog respect voor de arbeiders, de kasseiers die deze lanen en onze straten hebben aangelegd.

Sculpture de Charles VAN DER STAPPEN, Les bâtisseurs de villes, (parc du Cinquantenaire, Bruxelles)

Vandaag hebben de asfaltschijters daar geen boodschap meer aan. Het respect voor het ambachtelijke werk is met de brute kracht van bulldozers en betonmixers in de verdrukking geraakt. De Havenlaan is het slachtoffer van het kortzichtig vakidioot en technocratisch  denken van de hedendaagse “papieren stedenbouwers” en mobiliteits-”deskundigen”.

Reeds in 2008 bestempelde ICOMOS (International Council on Monuments and Sites) in een rapport de kasseistraten van België als “werelderfgoed in gevaar” en werden ze het in 2010 opgenomen in de internationale publicatie Heritage at Risk. De Havenlaan met zijn 1.500.000 kasseien in porfier is een unieke originele industriële weg, een van de laatste in zijn soort en zeker samen met de Grote Markt en het Paleizenplein representatief voor Brussel. Niet alleen daarom dient deze laan behouden te blijven en heraangelegd te worden op authentieke wijze.

De traditionele kassei “technologie” biedt ook nog vele voordelen. Traditioneel werd kassei licht gewelfd op een zandbed gelegd, aan weerzijden gesteund door de boordstenen, de stevigheid wordt bereikt door deze boogconstructie. De hardheid en onverslijtbaarheid van porfier en het losse voeg en funderingsmateriaal zand, (Brusseliaans  zand of scherpe zavel), maken dat deze materialen ook quasi oneindig herbruikbaar zijn met een minimum aan afval en dus ecologisch duurzaam als oplossing.

Het onderhoud van kasseistraten is in de praktijk ook veel eenvoudiger, het volstaat van ze eens in de +/- 20 jaar te lichten en te herprofilering dit wil zeggen strooksgewijs uitbreken, de ondergrond zo nodig herstellen en/of aanvullen en de aanwezige kasseien herleggen. Hierbij komt, in tegenstelling tot beton of asfaltbanen, geen zwaar vervoer nog aan en afvoer van veel materiaal bij kijken.
Het is wel handenarbeid waarvan sommigen beweren dat niemand het nog zou willen doen daar waar men honderden jobs zou kunnen creëren voor laag geschoolden. De administraties en onderhoudsdiensten van stad en gewest zijn echter niet meer georganiseerd op dit model met alle gevolgen vandien.
Het gedurende meer dan veertig jaar niet onderhouden van een straat als de Havenlaan om dan zijn gebrekkige toestand als argument te gebruiken voor zware ingrepen is wel het toppunt van kortzichtigheid.

Zoals de Havenlaan al jaren bewijst werken kasseien ook verkeers vertragend en misschien zelfs autoverkeer werend wat past in het algemeen streven naar minder verkeer in de stad. Wat de Havenlaan specifiek betreft deze is al jaren feitelijk ontdubbeld door de twee maal twee rijvakken tellende stadssnelweg eufemistisch “Groendreef” gedoopt, er is dus absoluut geen nood aan een invalsweg meer.

Meer over de Havenlaan op: http://www.havenlaan.be/
Meer over kasseien in: “Pavés de Bruxelles” samengesteld door ARAU uitgegeven door AAM Editions.

Marcel RIJDAMS

Foto’s Marcel RIJDAMS